Ketel-en apparatenbouw

 

Ketelbouw

De ontwikkeling van wat later de afdeling Ketelbouw zou worden startte op 14 april 1876 met de opdracht voor 2 scheepsketels voor de rederij Arie Smit te Slikkerveer.

In 1894 maakte ingenieur Martin een studie van een nieuw type stoomketel: de waterpijpketel. Deze ketels waren reeds in de tachtiger jaren zowel in Engeland als in Frankrijk geconstrueerd en hadden ten opzichte van vlampijpketels het voordeel van lager gewicht en sneller stoom te leveren. Ten behoeve van oorlogsschepen en andere soorten snelle schepen diende De Schelde zich ook op dit nieuwe type in te stellen.

Uit het ontwerpen en bouwen van scheepsketels ontwikkelde zich de bouw en productie van stoomketels voor landinstallaties.

Na de tweede wereldoorlog nam de groei van elektriciteitsproductie door de provinciale elektriciteitsmaatschappijen een enorme vlucht. In 1947 verwierf De Schelde licentie van de Amerikaanse ketelbouwer Combustion Engineering en bouwde tientallen stoomketels met toebehoren.

Naast stoomketels voor energiecentrales bouwde De Schelde industrieketels voor de chemische en petrochemisch industrie, voor de Staatsmijnen en ketels voor vuilverbrandingsinstallaties.

De tekenkamer van de afdeling Ketelbouw, later industriegroep Ketelbouw, groeide na de tweede wereldoorlog uit van een eenvoudige ontwerp- en tekenafdeling tot een kenniscentrum van hoogwaardige brandertechniek, meet- en regeltechniek en materialenkennis.

Op 16 maart 1994 werd de 1,6 miljard gulden kostende kolencentrale Amer 9 van de Elektriciteitsproductiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ), waaraan Schelde Ketelbouw een belangrijke bijdrage heeft geleverd, geopend.
Amer 9 was een hoogstandje van voor die tijd moderne ketelbouw.

Medio jaren ‘90 kwam de klad in de bouw van grote, met name kolengestookte,
energiecentrales en ging het met de ketelbouw bergafwaarts.

De laatste drie ketelinstallaties zijn gebouwd voor de afvalverbrandingsinstallatie Moerdijk en opgeleverd 31 januari 1997.

Op 1 juli 1999 werd de ketelbouwactiviteit overgedragen aan NEM-Schelde.

Apparatenbouw

In 1968 verrijst een nieuwe fabriekshal voor de afdeling Apparatenbouw op het Eiland.

Hier werden o.a. de componenten voor de snelle natriumgekoelde kweekreactor te Kalkar vervaardigd en ook een kernreactorvat voor het reactorcentrum in Petten.

Omstreeks 1970 beschikte men ook over een 1e cleanroom, een hal die stofarm en onder een constante temperatuur en vochtigheidsgraad werd gehouden. Deze hal werd voornamelijk gebruikt voor het Ultra Centrifuge project Nederland UCN. Men vervaardigde pijpsystemen met aansluitingen voor de centrifuges die uranium verrijken. Speciale lastechnieken en helium lektesten werden hiervoor uitgevoerd.

Later is er nog een 2e cleanroom gebouwd met een kantorencomplex. Vele high tech producten en lastechnieken  voor de nucleare en chemische industrie zijn bij de afdeling Apparatenbouw ontwikkeld.